top of page
Superbroncado

Waarom thuis blijven als je ook naar buiten kan? Ik trok de veters van mijn loopschoenen stevig aan en staarde terwijl naar de tip waar een kluitje droge modder lag. Ik bewoog minzaam naar buiten en schudde op het voetpad mijn enkels los. Pardoes viel daar het kluitje.

Eindelijk kon ik lopen zonder onnodige belast. Wie niet weg was, was gezien en even was ik daadwerkelijk onzichtbaar. Je kon enkel nog een vage reflectie van mijn lijf zien in het portier van een glimmende wagen.

Ik maakte een heuse vaart waardoor de wind onder mijn t-shirt kroop. Paniekerig woelde het onder een synthetische stukje stof. Ik liet het allemaal betijen en sloeg een hoek om waar een windstil landschap voor me lag. Daar kroop de windhoos schaamteloos onder mijn kleren vandaan.

Ik nam slordige passen en betrapte mijn ademhaling op onregelmatigheden. Mijn longen zette uit en kietelde de binnenkant van mijn lijf. Zo ontsnapte er kleine kuchjes waarvoor ik me niet excuseerde.

In het charmante parkje Heuvelhof begaf ik me op Finse piste en veerde vanaf de eerste meters lichtjes op. Ik was er niet alleen.

Drie verdwaalde jongeren gaven elkaar gemeende plaagstoten met behulp van een paar aftandse bokshandschoenen. Beurtelings schoven ze het kunstleer over hun hand en startte vervolgens een kleinschalig strijdkamp waarbij de ene mocht uithalen en de ander ontwijken of incasseren. De derde speelde voor scheidsrechter, maar al snel was duidelijk dat hij niet op de hoogte was van de spelregels. Ze lachten, krompen ineen en lachten erna weer, hetzij met telkens minder intensiteit. Ik vertraagde mijn pas, zodat ik er aandachtig naar kon kijken.

Op korte tijd was alle vreugde uit hun spel verdwenen. Je kon enkel nog het weinig amusante geluid horen van een bokshandschoen die ondoordacht op een lichaam landde. De strijd leek voorbij. Toen ze me in het oog kregen, versnelde ik als een gazelle.

23 weergaven0 opmerkingen
Superbroncado

Bijgewerkt op: 1 mei 2021

Ik werd wakker in een bed dat niet het mijne was. Er viel een klein streep licht binnen. Ik hoorde gemompel van buitenaf, gerommel in een handtas en een zacht wegsluipende auto. Ik bracht alle details samen en kwam tot de vaststelling dat de kamer aan de straatkant lag. Het dekbed was versierd met Engelse begrippen als dream en sleep. Ik ging met weinig enthousiasme op zoek naar andere woorden, maar een akelige duisternis had de ganse ruimte in beslag genomen. Was ik in paniek? Nee, ik wist heel goed hoe ik terecht kwam. Ik herinnerde met veel helderheid de avond ervoor.


We keken samen aandachtig naar allerhande bieretiketten en deelden na elk proefronde onze bevindingen. We goochelden met begrippen. Ik hoorde M. oreren over afdronk, substantie en textuur. N. en ik keken naar elkaar en nipten vervolgens met veel overgave aan ons glas. Daarna knikten we bevestigend in de richting van M. "Het klopt wat jij daar zegt." Wie dat zei, herinner ik me niet meer. Maakt dat uit als het klopt? Niemand hoeft van ons gelijk te krijgen.

Later op de avond bleven we morsen met analyses. We vielen in herhaling en keken verzadigd hoe het schuim voorspelbaar in elkaar zakte. Het deed me denken aan de muts van een Smurf, maar zoiets durfde ik niet luidop te zeggen. Het leek alsof M. deze gedachten had opgevangen, want kort erna stak een demonisch gegiechel op vanuit zijn keel. Terwijl speelde N. aldoor met een kroonkurk. Even leek het alsof hij de kroon op zijn kruin zou leggen.

Hierna begon het te waaien in mijn hoofd. Mijn zinnen verloren hun structuur en struikelden over elkaar. Mijn woorden zochten hun weg in een doolhof dat ik zelf had gebouwd. Vervolgens voelde ik mijn oogleden verzwaren. Ik werd onherkenbaar en hoorde nog hoe een holle stem mijn naam bleef herhalen. Ze tilden mij op. Mijn voeten sleepten over de koude tegelvloer.




18 weergaven0 opmerkingen
Superbroncado

Bijgewerkt op: 26 apr. 2021

Ik lag bewegingsloos onder het deken en hoorde de straat ontwaken. Autobestuurders sloegen met veel zwier hun portier dicht. Ze omroerde zachtjes hun stuur, sommigen knepen er in, ik hoorde het leer kreunen. Ze trokken op in de stille straat en ik kon de slaap niet meer vatten. Ik streelde mijn scheenbenen waar overnachts een stramheid was ingekropen. Ik ben een oud man, een oud man ben ik, klonk het in mijn hoofd.

Ik ging lopen in het provinciedomein en vuurde snot af uit mijn neus. Ik leerde dat van voetballers op televisie. Soms met zo'n kracht dat het opveerde. Opeens hing er een stukje groen op mijn knie.

Ik was teleurgestelde in mijn gemiddelde snelheid en klaagde er over tegen iedereen die het wilde horen. Nooit zal ik een groot renner worden, een groot renner worden zal ik nooit.




20 weergaven0 opmerkingen
bottom of page